Voor de volleybalclubs zijn de sociale en fiscale steunmaatregelen cruciaal

De sportclubs genieten al jaren van sociale en fiscale steunmaatregelen.

Het betreft specifieke tarieven inzake berekening van RSZ (sinds 1978) en Bedrijfsvoorheffing (sinds 2007). Deze maatregelen zijn genomen om Belgische spelers meer kansen te geven, alsook opdat de clubs extra zouden kunnen investeren in jonge talenten.

Men spreekt van jaarlijks 140 miljoen euro voor heel de sportsector.

Philippe Boone, voorzitter van de Belgische Volleybal Liga, heeft laten uitrekenen dat het jaarlijks om een besparing gaat van 600.000 euro voor de 10 ligaclubs (0,43% van het globaal bedrag).

Dit is minder dan de helft van wat één Franse topvolleybalclub jaarlijks aan directe overheidssteun krijgt (de club van Tours krijgt 1,45 miljoen euro subsidie), en minder dan één vijfde van wat één Turkse of Russische club van een staatsbedrijf ontvangt.

Onze markt is ook nog tien keer kleiner dan dat van onze voornaamste concurrenten als het op sponsoring aankomt, en de tv-rechten voor volleybal zijn onbestaand.

Niettemin staan onze Belgische Clubs op de 5de plaats op de Europese ranglijst (voor Duitsland en Polen, en ver boven Nederland en Spanje die respectievelijk 15de en 21ste staan).

In Vlaanderen krijgen de volleybalclubs sinds twee jaar helemaal geen financiële steun meer van de regionale en provinciale overheid. De Nationale Ploeg krijgt wel subsidies, maar het zijn de clubs die het loon van hun spelers blijven betalen wanneer deze opgeroepen worden.

“Wij moeten zorgen dat de steun die we geven aan de sport, juist gebruikt wordt” zegt Minister Kris PEETERS, daarin bijgestaan door Minister DE BLOCK die een duidelijk signaal van de sector verwacht en Minister van Sport Philippe MUYTERS die terecht verklaart dat de voordelen voor de clubs in de toekomst enkel houdbaar zijn “als de sport vandaag de stap zet naar zuiverheid, openheid en eerlijkheid".

De Liga wil hierop de gepaste antwoorden geven.

“Als beroepsorganisatie, vertegenwoordiger van de werkgevers, voeren wij sinds twee jaren intensief een sociale dialoog met de vertegenwoordigers van de werknemers” zegt Boone. “Onlangs werd er een Collectieve Arbeidsovereenkomst getekend (CAO) waardoor België als voorbeeld wordt beschouwd binnen het Europees volleybal” voegt Boone eraan toe als voorzitter van de Volleyball Leagues Association (waaronder ook Italië, Duitsland, Frankrijk, Polen en Griekenland ressorteren).

Verder staan harmonisatie van de spelerscontracten, transferregels en de plaats van de managers ook op de agenda van het sociaal overleg.

Deze CAO heeft zeker niet als doel om de volleybalspelers meer te betalen (al zegt Boone dat ze het wel zouden verdienen als we van hen topprestaties verwachten), maar wel om minimumvoorwaarden vast te leggen waarbij het welzijn van de spelers centraal staat. Er zijn in de hoogste afdeling bij de mannen amper 56 spelers op 122 die een contract van betaalde sportbeoefenaar hebben, met een maandelijks minimum brutoloon van 850 euro (voltijds is dat 1.700 euro bruto per maand). De anderen zijn amateurs.

Op de 122 spelers zijn er 81 Belgen en 52 zijn jonge talenten (volleybal is een sport waar spelers laattijdig rijp zijn waardoor voor jeugdspelers de maatstaf U23 gebruikelijk is bij de heren). Dankzij de 600.000 euro besparing op RSZ en BV kunnen we de Belgische spelers (langer) in België houden en krijgen jonge talenten kansen om zich verder te ontwikkelen in een professionelere omgeving met speeltijd op het hoogste niveau.

Boone specifieert dat deze 600.000 euro niet minder inkomsten betekenen voor de staatskist, want zonder deze korting zouden de clubs het budget niet hebben om hun spelers verder een zeer matig salaris te betalen.

In het teken van Goed Bestuur heeft de Belgische Volleybal Liga externe bestuurders aangetrokken om te waken over de aspecten van de sociale wetgeving, om initiatieven te nemen inzake maatschappelijk ondernemen en om de spelers te vertegenwoordigen.

Een onafhankelijke Licentiecommissie, waarin experten zoals EY en Group S zetelen, waakt over de extra sportieve criteria.

Ook binnen het Paritair Comité voor de Sport werkt de Liga samen met alle actoren, actief mee om het Volleybal en de Sport in het algemeen te professionaliseren in het kader van de sociale wetgeving.

Boone wil opnieuw beroep doen op Minister van Sport Philippe MUYTERS om te pleiten voor het behoud van de steunmaatregelen, en om samen een CLEARING HOUSE SYSTEEM uit te werken om binnen de Liga clubs de 80% korting op de Bedrijfsvoorheffing nog beter te kunnen benutten ten voordele van talentvolle jongeren vanaf 18 jaar naar het voorbeeld van het TALENT TEAM bij topclub Roeselare.

Print-vriendelijke versieStuur naar een vriendPDF versie

Powered by HostYou - Webbuilding & Design by ZuPP - Mastered by MVe/PMa - Engineering by Co-Ko - Copyright © 2021

CONTACT

 

Volleybalclub GREENYARD Maaseik

Sportlaan 10 - 3680 Maaseik

T: 0032 (0) 89 56 26 78

F: 0032 (0) 89 56 10 59

E: info@vcgreenyardmaaseik.be